Van seks als metafoor tot belastingvoordeel een scherpe blik op hoe verandering wél zou werken.

Afgelopen week had ik twee mooie gesprekken met mensen die ik enorm waardeer. Toppers op hun vakgebied. Ik voel me bevoorrecht dat ik met zulke mensen regelmatig mag klankborden. Wat we gemeen hebben? We hebben alle drie een diepe drive om het leven van mensen op Curaçao fijner, gezonder, rechtvaardiger te maken.

Maar ergens in die gesprekken merkte ik frustratie, bij hen én bij mij. Zij bleven hangen in de inhoud. In wat ze willen verbeteren. In hoe het zou moeten. Hoe vaak ik ook probeerde het gesprek naar de mensen te brengen, naar de context, de timing, het verhaal, ze bleven terugkaatsen naar “het probleem” en “de oplossing.” En ja, toen ging ik, in mijn irritatie, over op een extreem platte analogie.
Maar eentje die meestal werkt. Stel: iemand loopt op je af en zegt dat hij seks met je wil. Meteen. Omdat je er fantastisch uitziet. En diegene begint uit te leggen hoe gezond seks is, hoe het je stress verlaagt, je bloeddruk verbetert, je levensverwachting verlengt. Hoe groot is dan de kans dat je opstaat en met die persoon mee naar bed gaat?

(Disclaimer voor de mannen: ja, ik weet het… bij jullie is de kans groter dat je “ja” zegt.)

Precies.

Verandering werkt net zo. Als je mensen niet eerst raakt, als je ze niet ziet waar ze zijn, als je het verhaal overslaat… dan gebeurt er niks. Hoe goed de inhoud ook is.

En het is niet alleen hier op Curaçao. Kijk naar Europa. Naar de progressieve hoek. Inhoudelijk vaak sterk. Maar ze missen de plank. Keer op keer. Ze zijn niet in staat mensen mee te krijgen.
Geert Wilders daarentegen? Die is wél weer de grootste in de peilingen, zelfs nadat hij uit de regering is gestapt. Waarom? Omdat hij de relevante verhalen vertelt. Geen beleidsnota’s, maar buikgevoel. Woorden die aansluiten bij hoe mensen zich voelen.

Als we willen dat echte verandering lukt, dan moet marketing een verplicht vak worden.
Niet als truc. Maar als levenshouding.
En dan voeg ik 2 onmisbare lagen toe die elke veranderaar, specialist of beleidsmaker moet beheersen:

  • Wat marketing écht is, de kunst van verbinding en waardecreatie

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling, de levensfilosofie van ‘het is zoals het is’

  • Systeemdenken – het besef dat je nooit één knop indrukt, maar een web van mensen raakt

1. Wat marketing écht is
Voor mij is marketing de kunst van het verbinden van de juiste mensen met de juiste ideeën, producten of diensten op een manier die waarde toevoegt voor iedereen die meedoet.
Het gaat niet om iets verkopen. Het gaat om een verhaal vertellen dat aansluit bij waar mensen nu écht staan. Zodat ze zich zó gezien voelen, dat ze in relatie met je willen.
Dat ze het gevoel krijgen: “Met jou wil ik een biertje drinken.”
Niet omdat je overtuigt, maar omdat je oprecht kan luisteren.
En tijdens dat biertje, dat gesprek, dat contact, worden jullie beiden scherper, zachter, wijzer, eerlijker. Jij voelt beter aan wat nodig is. Zij worden nieuwsgieriger naar wat mogelijk is.

2. Het is zoals het is. Niet zoals het had moeten zijn.
De grootste fout die veranderaars maken? Ze beginnen bij hoe het zou moeten zijn.
Heel lang geleden zat ik op een vlucht van Nederland naar Curaçao.
Ik was met mijn toenmalige partner en ons kind. Alleen zaten we niet bij elkaar.
Ik vroeg een man, heel vriendelijk, of hij van stoel wilde ruilen zodat wij als gezin naast elkaar konden zitten. Hij keek me aan en zei gewoon: “Nee.”
Ik was flabbergasted. Boos. Verontwaardigd zelfs.
Ik kon het niet geloven dat iemand zó weinig meegaand kon zijn.
Normaal gesproken vind ik het juist leuk om op vluchten naar Curaçao een soort gastheer te zijn. Als iemand naast me zit, stel ik me voor en ga ik vragen stellen, om daarna mijn kennis en ervaring te delen — als ik voel dat ze dat leuk vinden of nodig hebben. Dat is mijn “drie-voetenregel”: als je binnen drie voeten van iemand zit, stel je jezelf voor.
Maar deze keer… nee. Ik heb die man negen uur lang niet aangekeken. Geen woord. Geen glimlach. Niets.
En het bizarre is: ergens halverwege de vlucht zat ik een boek te lezen, De Zeven Spirituele Wetten van Succes van Deepak Chopra. En precies op dat moment kwam ik bij het hoofdstuk over de Wet van Overgave (The Law of Detachment).

De kernboodschap:
Om echt rust en succes te ervaren, moet je leren loslaten. Je moet stoppen met krampachtig vasthouden aan hoe jij denkt dat dingen “zouden moeten zijn.”
Chopra zegt het zo: “Stop met vechten tegen het nu.
Zodra je volledig accepteert wat is, open je de deur naar wat mogelijk is.”

Ik begreep het ineens op een andere laag.Die man was niet fout. Hij was gewoon wie hij was. Hij had zijn eigen redenen, zijn eigen grenzen, zijn eigen stemming. Ik wilde controle. De uitkomst stond voor mij al vast: hij zou van plaats wisselen.
En dat is precies wat zoveel veranderaars doen.
Ze willen zó graag iets verbeteren, dat ze niet doorhebben dat hun verlangen soms een verkapte vorm van afwijzing is.Dat ze met hun “verbetering” onbewust tegen mensen zeggen: “Jij bent niet goed genoeg zoals je nu bent.”
Je vergeet dat jouw verlangen om te veranderen, hoe nobel ook, ook over jou gaat.
Over jouw behoefte om controle te voelen, betekenis te hebben, beter te zijn, geliefd te worden.

3. Systeemdenken:Verandering is geen flyer, maar een kettingreactie van mensen
Stel, je wil dat kinderen op school gezonder gaan eten.
Klinkt simpel: “Wit brood en frisdrank eruit, meer groenten en volkoren erin.”
Maar dat is slechts het begin.
In werkelijkheid raakt die ene wens een hele keten:
De schoolleiding moet het steunen
De kinderen moeten het accepteren
De ouders moeten het belangrijk vinden
De koks moeten anders leren koken
De inkoop moet aangepast
De leveranciers moeten meewerken
De begroting moet het aankunnen

En dan stopt het nog niet. Achter elke schakel zit een groep mensen.
De kok heeft thuis ook een gezin.Misschien denkt die: “Gezonder koken? Ja hoor, weer zo’n hip idee.
De schooldirecteur zit midden in een scheiding en worstelt tegelijk met spanningen in het MT.
Een ouder werkt drie banen en denkt: “Ik ben al blij dat m’n kind íets eet.”
Iedereen wordt beïnvloed. Door thuissituaties, levensfases, sociale druk, vermoeidheid, geldstress, tijdsdruk.
Dat is het systeem. Een levend web van mensen, elk met hun eigen behoeften, angsten en tempo.


Maak het niet alleen verplicht. Maak het ook lonend.

We moeten marketing als vak niet alleen verplicht stellen op school.We moeten het ook waarderen in de praktijk.
Daarom stel ik dit voor:
Marketing (met deze drie lagen) wordt een standaardvak in het curriculum, voor iedere student.
Ben je volwassen en geen student meer? Dan kun je alsnog aantonen dat je deze vaardigheid beheerst, via een reflectieopdracht, toets of portfolio.
Iedereen die slaagt, krijgt belastingvoordeel. Simpel. Concreet. Meetbaar.
Maar we gaan verder: Kun je aantonen dat je hebt deelgenomen aan een maatschappelijk relevant verandertraject dat ook écht iets in beweging heeft gezet? Dan krijg je meer voordeel. Een hogere korting. Of een verlenging van de duur.
Je wordt beloond niet alleen omdat je leert, maar omdat je hebt bewezen dat je het toepast voor het collectief.
Wie verbindt, verdient.

Tot slot
Dit is een filosofisch gedachtespinsel. Een oefening in anders kijken.
Ik koester geen enkele illusie dat marketing een verplicht vak wordt op school. Of dat we het belastingstelsel gaan aanpassen omdat wij een goed gesprek hebben gevoerd.
Maar goed. Ik hoop dat ik jou heb geïnspireerd om dieper te kijken, naar je eigen behoefte om te veranderen.Naar je reflex om te verbeteren. Naar de momenten waarop je zó graag iets wil veranderen, dat je vergeet om eerst te kijken waar de ander is.

En je dan misschien herkent:
In eerste instantie… gaat het niet om de inhoud